tekst Xandra de Jongh @ kipmagazine:
Het (al dan niet liefdeloze) verbond tussen kunst en architectuur biedt deze keer een vrijplaats aan een Noord-Hollandse architect. Taco Hylkema grijpt de gelegenheid aan voor een onomwonden statement: bouwkunst moet zelf weer Kunst worden.
Achter de highbrow architectuur in vuistdikke koffietafelboeken schuilt een architecturale realiteit die wordt gedomineerd door zielloze, rechthoekige gebouwen.
Van de werkelijke potentie van bouwkunst heeft volgens Hylkema menig architect vandaag de dag geen kaas gegeten. De geest moet kortom terug in de fles.Pas dan kan gepraat worden over een zinnig verbond tussen kunst en architectuur. Zoals ooit het geval bij de art nouveau, waar de toepassing van nieuwe materialen het architectonisch ontwerp en de kunsttoepassingen tot een letterlijk geheel liet samensmelten. Kunst die, zoals te vaak het geval is, als losse post-it lukraak in of op een gebouw wordt geplakt valt voor Hylkema niet in de categorie ‘zinnig’. Net als bouwkunst naar iets zou moeten verwijzen, al was het maar naar zichzelf, zo moet ook de relatie tussen de kunst(toepassing) en een gegeven gebouw niet willekeurig maar specifiek zijn.
Voor de bouwkunst zelf gloort hoop. Nieuwe computertechnieken maken het in de praktijk mogelijk om de potentie van deze discipline opnieuw ten volle te benutten. Complexe(re) vormen en ornament hoeven bijvoorbeeld niet langer duurder te zijn dan simpele. Het futuristische object in de spread verwijst naar deze ontwikkeling in de architectuur, door Hylkema als ‘technisch organisch expressionisme’ omschreven